Liefdewerken
Ons hart heeft altijd gelegen in de zorg voor mensen. Waar liefde voor God verbonden wordt met liefde voor de medemens versterken beide elkaar. Onze zusters werden uitgenodigd om bewaarscholen (de latere kleuterschool) op te richten of om naai- en huishoudelijk onderwijs aan meisjes te geven. Zowel jongens- als meisjesscholen werden door onze zusters geleid. Eenmaal in een dorp of stad aanwezig kregen we vaak ook de verantwoordelijkheid voor ouderen- en ziekenzorg.
Naarmate de omvang van het werk toenam kwamen er grotere huizen tot stand. Pastoors en bestuurders, maar vaak genoeg ook de overste van een convent (zusterhuis) moesten steeds op zoek naar huizen en middelen om de vraag naar zorg en onderwijs op grotere schaal mogelijk te maken. Naast vele kleinere activiteiten ontstonden onderstaande grotere projecten, waarvan de namen tot de geschiedenis van deze steden zijn gaan behoren:
- Pensionaat St Agatha in Wognum vanaf 1895 (kostschool voor meisjes met een aparte afdeling voor oudere dames).
- Zusterschool St Joseph voor 120 leerlingen in Westwoud in 1913.
- De Mariastichting (1899, tegenwoordig Spaarnegasthuis op diverse locaties) en de kraamkliniek Uyt den Bosch (1960) in Haarlem ontstonden uit het St Franciscusstift, een woonhuis van waaruit onze zusters vanaf 1885 ziekenzorg aan huis verleenden.
- Het Leonardusinternaat voor schipperskinderen in Brielle vanaf 1893.
- Het St Josephweeshuis in Gouda.
- Bewaar-, brei- en naaischool St Joseph voor oudere kinderen in Spierdijk vanaf 1897.
- Huize Duinrust in Overveen voor verzorging en verpleging van ouderen, vanaf 1912.
- St Antoniusziekenhuis in IJmuiden vanaf 1927.
- Pensionaat St Joseph in Bodegraven vanaf 1921.
- Psychiatrische kliniek St Jacobus, later St Ursulakliniek geheten, in Wassenaar vanaf de 20er jaren vorige eeuw.
- en meerdere schoolhuizen.
Er is veel gebeden en hard gewerkt om dit alles tot stand te brengen. Geldzorgen en schaarste aan voedsel en benodigdheden waren eind 19e en begin 20e eeuw aan de orde van de dag. Ook de Tweede Wereldoorlog maakte het leven van zusters van deze van oorsprong Duitse congregatie niet gemakkelijk. Maar de leefregel van onze stichteres Moeder M. Clara luidde niet voor niets ‘Laat liefde de koningin zijn, de regel en het leven van de congregatie’. Daar ontstond steeds weer nieuwe moed en kracht om verder te gaan.